Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) zal volgend jaar de pensioenen voor ambtenaren verhogen met 1,84 procent. Deze verhoging is echter lager dan de eerder verwachte 3,5 procent. De achterliggende reden hiervoor is een daling van de rente, die ervoor zorgt dat het pensioenfonds meer financiële reserves moet aanhouden.
De beslissing resulteert in een toename van ongeveer 18 euro per maand voor iemand met een aanvullend pensioen van 1.000 euro. Eerder leek het erop dat de verhoging bijna het dubbele zou zijn. Het ABP baseert de beslissing op de inflatie tussen september van vorig jaar en dit jaar, die op 3,56 procent uitkwam.
Echter, een recente renteverlaging door de Europese Centrale Bank (ECB) heeft een negatieve impact gehad. Door de lagere rente moet het pensioenfonds nu meer financiële reserves opbouwen om toekomstige pensioenuitkeringen te waarborgen. Dit heeft geleid tot de vaststelling van een verhoging van niet meer dan 1,84 procent.
De verhoging van het ABP pensioen is nog altijd aanzienlijk in vergelijking met andere fondsen. Werkenden en gepensioneerden in sectoren zoals metaal, hightech en zorg ontvangen veel bescheidenere verhogingen. In de metaal en hightechsector is slechts een stijging van 0,3 procent, terwijl in de zorgsector geen verhoging plaatsvindt. Bouwpersoneel heeft enigszins meer geluk met een aanpassing van 0,75 procent.
Het ABP is een belangrijk pensioenfonds met meer dan 3 miljoen deelnemers, waarvan ongeveer 1 miljoen gepensioneerden. De overige deelnemers zijn actieve ambtenaren of voormalige ambtenaren die elders werkzaam zijn.